Deze website maakt gebruik van cookies om je ervaring te verbeteren.
Barokke architectuur, hoe ziet dat er in Antwerpen uit? Hoe herken je barokke gebouwen? Dat doen we hier beknopt uit de doeken. Je krijgt gratis een nieuw paar ogen om anders naar Antwerpen te kijken.
Er heerste in Antwerpen in een groot stuk van de 17de eeuw een soort bouwwoede, vooral voor religieuze gebouwen. Logisch: in de troebele tijd die daaraan voorafging, werden veel kerken, kapellen en kloosters beschadigd. Bouwprojecten bleven toen ook onafgewerkt. En er woonden ook na de sluiting van de Schelde (1585) nog heel wat rijke burgers in Antwerpen. Zo komt het dat de 17de-eeuwse barok in Antwerpen zo zichtbaar is. En al dat bouwen mocht van de opdrachtgevers best wat kosten…
Hoe breng je beweging in starre stenen? Hoe zorg je ervoor dat je voorgevel en ook je interieur lijken te ‘leven’? Want dat is wat de barok doet. Daar zijn middelen voor:
Barok, dat is ook versiering, aan de buitenkant van gebouwen en ook in hun interieur. Je kunt daar allerlei woorden voor gebruiken: zwierig, triomfantelijk, theatraal feestelijk, uitbundig, sensueel, overvloedig tot soms zelfs ‘overdreven’… In religieuze gebouwen lijkt het alsof de kerk wil laten zien hoe ze triomfeert en vol levensvreugde zit. Alsof een kerk de hemel op aarde is. Maar wat zijn die versieringen? Wat zien we?
In de 17de eeuw bloeit het toneel en ontstaat de opera als kunstvorm. De barok heeft daar iets van weg: het decor is belangrijk en het gaat eigenlijk om een soort spektakel. ‘Spektakel’ komt van het Latijnse werkwoord voor kijken, spectare . In de barok kom je ogen te kort.
Barokke huizen herken je vooral aan het midden van hun gevel, waar zich de deur of poort bevindt. Dat stuk is meestal het meest uitgewerkt. Antwerpen telde en telt nogal wat woonhuizen, kloosters en godshuizen met zo’n opvallende, typische ingang.
‘Spaanse poortjes’, heten ze, omdat ze dateren uit de Spaanse tijd. Ook de 17de eeuw, de baroktijd, behoort daartoe. Dat ze barok zijn merk je aan de versierde omlijsting en het fronton, dat in veel gevallen gebogen of gebroken is.
Ook het stuk gevel net boven de ingang is in de barok vaak weelderig versierd. Vooral aan de top wordt het bekroond met krullen, cartouches, ‘slingers’, stukken die naar voren ‘springen’, sierlijke dakkapellen…
Is er kleur aan de buitenkant van een barok gebouw? Jazeker, en dat komt in de eerste plaats door de afwisseling van bouwmaterialen: rode baksteen, witte natuursteen, blauwe hardsteen… Soms komen daar nog anderen kleuren bij, bijvoorbeeld doordat één element verguld is, of doordat een onderdeel geschilderd is.
Nee, koepels zijn niet typisch voor de barok, maar de bouw ervan wordt in die periode wel populair. Dat komt door Italiaanse invloed. In Antwerpen zijn er niet echt voorbeelden. Een aantal geplande koepels is er in de Zuidelijke Nederlanden overigens nooit gekomen door bouwproblemen: de stabiliteit die te wensen overliet, onvoldoende beheersing van de metseltechniek…
Dat een kerk toren een baroktoren is, zie je aan zijn bekroning. En aan zijn plaats: achter het koor. Dat komt in de 17de eeuw vaak voor. Antwerpen telt prachtige barokke torens. Van die van de Sint-Pauluskerk en de Sint-Carolus Borromeuskerk is het grondplan van de romp vierkant en eindigt de toren in een min of meer spectaculaire bekroning met… een kleine koepel. Daarboven zie je nog de zogeheten ‘lantaarn’. En ja, ook hier zijn er voluten en beeldhouwwerk, zuilen met diverse soorten kapitelen en alles wat de zwierige barok tot barok maakt.
Dat je in het Rubenshuis van op de Wapper kunt kijken tot aan het tuinpaviljoen helemaal achteraan in de tuin, was ook de bedoeling van bouwheer Rubens. Dat creëren van perspectieven gebeurt in de barok vaak. Soms maken ontwerpers zelfs gebruik van illusies en trompe-l’oeils. Wat dan bijvoorbeeld een koepel lijkt, is ‘in het echt’ geschilderd, en wat een ruimte lijkt, is ‘maar’ een muur.
Wacht even. Wat doet het begrip ‘renaissance’ in een baroksfeer? Is de renaissance in Antwerpen niet iets van de 16de eeuw en de barok van de 17de? Zo makkelijk is het niet. Ook in de 17de eeuw hielden belangrijke Antwerpenaren bijvoorbeeld van een gaanderij op hun binnenplaats, met bogen en zuilen. Typisch renaissance. In de baroktijd.
Het is met de barok zoals met veel in het leven: er zijn vaak mengvormen en er zijn veel soorten barok. Er is sobere en weelderige barok, er is ‘zuivere’ barok en er is barok met nog trekjes van de renaissance. Of met al kenmerken van het classicisme of de rococo, die na de barok zullen komen. Ook in Antwerpen.
We hebben het over barokke architectuur in Antwerpen, en ook hier moet dan de naam Peter Paul Rubens vallen. Want behalve als schilder is Rubens ook actief als architect-ontwerper. Zo werkt hij mee aan de befaamde Carolus Borromeuskerk, in zijn tijd een jezuïetenkerk. Inspiratie haalde Rubens onder meer uit zijn verblijf van acht jaar in Italië.
Het interieur van een barokke kerk verschilt sterk van een gotische kerk. Over beweging en dynamiek hadden we het al. Die zie je ook hier.
Binnen is alles gericht op het altaar: dat moet meteen de blik vangen van al wie binnenkomt. Daar moet letterlijk het licht op vallen. Dat komt omdat de eucharistie, die zich aan het altaar afspeelt, in deze periode nog centraler staat in de nieuwe liturgie van de contrareformatie. Vandaar de indrukwekkende altaren en het ondiepe koor. Vandaar ook de ene ruimte die men probeert te creëren, zonder zijkapellen.
Ook veel meubilair is nieuw: op de preekstoel, die midden tussen de gelovigen staat, verkondigt de priester de katholieke leer. In biechtstoelen in de donkerdere zijbeuken biechten gelovigen hun zonden. En aan de communiebank bij het koor ontvangen ze de heilige hostie, het lichaam van Christus.
Het Antwerpse stationsgebouw van begin 20ste eeuw is een mooi voorbeeld van barok, zeker de gevel aan het Astridplein. Maar begin 20ste eeuw en barok, dat gaat natuurlijk niet samen. We noemen deze imitatiestijl dan ook neobarok. Maar je herkent wel de weelderigheid en de drukke versiering van de ‘oude’ barok. En het stationsgebouw heeft een centrale koepel! Typisch barok…
'Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert' ten volle beleven kan met de Baroque Festival Card.
De collectie van het Rubenshuis wordt verrijkt met een aantal meesterwerken uit de kunstgeschiedenis.
Dompel je onder in de leefwereld van één van de grootste barokkunstenaars: Peter Paul Rubens.
De Orde van de augustijnen ging in 1628 in zee met de drie grootste Antwerpse barokschilders om altaarstukken voor de Sint-Augustinuskerk te maken.