Foto: AFP
Gisteren om 21:31 door
Het aantal Belgen met antistoffen tegen het nieuwe coronavirus is tussen eind maart en midden april van 3 naar 6 procent gestegen. Dat blijkt uit de twee ronde van het grote bloedonderzoek van de UAntwerpen.
“Deze 6 procent illustreert de ‘clusterepidemiologie’”, zei epidemioloog Pierre Van Damme, die mee het onderzoek leidt, in De Afspraak. Het virus verspreidt zich in clusters, wie zich in zo’n cluster bevindt - bijvoorbeeld een getroffen woonzorgcentrum - heeft als het ware pech. Van Damme had nog een ander voorbeeld: “We zien een verhoogde transmissie bij zangkoren. Daar zitten mensen kort op elkaar en gaan ze luid zingen. Dit leert ons dat leuke evenementen niet mogelijk zijn met dit virus.”
Met 6 procent komen we niet in de buurt van de zogeheten groepsimmuniteit waardoor het virus zich niet meer in de samenleving kan verspreiden. Daarvoor moet minstens 60 procent van de bevolking immuniteit hebben opgebouwd. “Heel Europa is hier intussen van overtuigd dat dit niet zal lukken”, zegt Van Damme in De Afspraak.
Over drie weken publiceert de universiteit de derde meting. “Het is afwachten of we dan opnieuw met een enkele procenten stijgen. Over 6 weken wordt het interessant. Dan zien we de impact van de versoepeling. Mogelijk raken dan meer mensen besmet, maar het kan ook bevestigen dat mensen ondanks de versoepeling toch voorzichtig zijn. Dat de afstand zélfs met de versoepeling gerespecteerd zou worden. Dat zou fantastisch zijn en tonen dat we goed bezig zijn.”
Met de medewerking van