Op deze pagina vindt u toelichting bij de werking van het Bureau voor Integriteit rond het thema 'nevenactiviteiten', evenals een of meerdere behandelde voorbeelddossiers.
Bij dossiers over nevenactiviteiten buigt het Bureau voor Integriteit zich vooral over de vraag of er geen risico bestaat op belangenvermenging. Regels hierover kunnen teruggevonden worden in:
Alle leveringen van goederen en diensten in het kader van een winstgevende nevenactiviteit aan stad/OCMW door medewerkers, rechtstreeks of onrechtstreeks, zijn verboden."
Het Bureau voor Integriteit is van mening dat dit verbod als groepsbreed (voor de hele groep Stad Antwerpen) toepasbaar geïnterpreteerd moet worden.Het Bureau voor Integriteit is daarnaast van mening dat in bijberoep samenwerken met firma’s waar de stad zaken mee doet, niet kan. Het baseert zich daarvoor op artikels 1, 3, 6 en 7 van het reglement op de nevenactiviteiten vervat in de rechtspositieregeling.
Het Bureau ontving volgende vraag van een medewerker:
“Een tijdje geleden solliciteerde ik als zelfstandige in bijberoep voor de positie van BOV-coach in Schoten, waarvoor ik ondertussen ook werd geselecteerd. BOV staat voor Bewegen op Verwijzing: personen die omwille van medische of paramedische redenen meer moeten bewegen, worden door huisartsen naar ons doorgestuurd om samen met de cliënt het bewegen meer in hun leven te integreren.
Een collega van mij is werkt binnen de stad mee aan het BOV-project. Vorige week kreeg ik de vraag of ik naast Schoten ook de regio van Antwerpen-Noord voor mijn rekening wou nemen. Vooraleer ik hier een definitieve beslissing in neem wilde ik de bevestiging krijgen dat dit inhoudelijk te combineren is met mijn functie als sportantenne Antwerpen. Indien u hier nog vragen over heeft hoor ik deze graag.”
Het Bureau won extra informatie in. Daaruit bleek dat de medewerker zou vergoed worden via een projectfonds en niet door de burgers aan wie hij advies verleent. De burgers zouden doorverwezen worden naar de sportcoach via de huisartsen en niet door de stad.
Dit leidde tot volgend advies:
“Het Bureau voor Integriteit heeft zich vooral gebogen over de vraag of je bijberoep verenigbaar is met je hoofdactiviteit als medewerker van de Sportdienst. Zolang er een muur staat tussen de twee, dus zolang je vanuit de stad je privéactiviteit geen voordeel kan geven, en omgekeerd, zolang je vanuit je privéactiviteiten het beleid van de stad niet kan aansturen (en daar ook de schijn niet van verwekt) is er op deontologisch vlak geen probleem. Uiteraard moet je dat te allen tijde bewaken, ook als je in de toekomst een andere invulling zou geven aan je nevenactiviteit of als je die zou uitbreiden.
Uit bijkomende informatie die je telefonisch gaf, bleek dat:
Op basis hiervan geeft het Bureau voor Integriteit een gunstig advies om dit bijberoep uit te oefenen naast je job bij de stad, gesteld dat:
Uiteraard zijn hier alle bepalingen van toepassing die in het reglement op de nevenactiviteiten zijn opgenomen. Dat reglement maakt ook deel uit van de rechtspositieregeling.
Het Bureau voor Integriteit verneemt graag jouw reactie op dit advies.”