© BELGA
De Raad van State heeft maandag de vorderingen verworpen die door uitbaters van nachtwinkels werden ingesteld tegen hun vervroegd sluitingsuur. De maatregel is volgens de Raad van State "niet onevenredig" met het doel om te vermijden dat na de sluiting van de horeca nog feestelijkheden worden voortgezet op de openbare weg.
Een nachtwinkeluitbater uit Vlaams-Brabant was naar de Raad van State gestapt nadat de Nationale Veiligheidsraad eind juli had beslist om het sluitingsuur van de nachtwinkels te vervroegen naar 22 uur om zo de snelle verspreiding van het coronavirus te beperken. De uitbater kreeg meteen de steun van enkele andere exploitanten van nachtwinkels.
Maar de Raad van State heeft die vorderingen maandag verworpen. "De Raad van State oordeelt dat de maatregel een deugdelijke grondslag vindt in de vastgestelde toename van het aantal besmettingen, meer dan voorheen in de jongere leeftijdscategorieën, en het algemeen vastgestelde risico van het ontstaan van een 'alternatief nachtleven' na het sluitingsuur van de horeca, waarbij het gebruik van alcohol die kan worden aangeschaft in de nachtwinkels een belangrijke rol speelt", klinkt het in het arrest. De social distancing-maatregel zou in dat nachtleven volgens de Raad van State teloorgaan en aldus de beheersing van de gezondheidscrisis in het gedrang brengen.
Met de medewerking van