Op de Bredabaan in Merksem gonst het van de nieuwe bedrijvigheid. Nog tot 3 juli proberen 14 ondernemers met de steun van de stad Antwerpen een nieuwe pop-upzaak uit. Ook de horeca werd niet vergeten. Met Den 2170, Café De Ziel en De Smosbar krijgen de Merksemnaren er drie fijne ontmoetingsplekken bij.
Met Den 2170, gevestigd op nummer 503, brengen Wendy De Cuyper en Erik Poortmans iets wat je op de Bredabaan nog niet vond: een zaak die zich specialiseert in gezonde voeding. “Steeds meer mensen hechten daar veel belang aan”, zegt Wendy. “We bieden verse salades aan die je zelf kunt samenstellen, huisbereide soep, aantrekkelijke tapasplankjes en zelfgemaakte limonade.” Erik wil de artisanale kookkunst terugbrengen. “Ik rook zelf zalm en eend en we trekken zelf onze groentenbouillons. Wie het wil, kan bij ons terecht voor een volledig vegetarische maaltijd, gluten- en lactosevrij.”
Vaak gaat slow food hand in hand met lokale producten. Dat zie je ook in Den 2170. “We werken zoveel mogelijk met producten van plaatselijke handelaars”, zegt Erik. “Onze koffie komt van een koffiebrander in Merksem, groenten en fruit halen we bij een plaatselijke groothandel en onze honing komt van een lokale imker. Zo kunnen we ook de Merksemse middenstand een hart onder de riem steken.”
Twee huizen verderop, op nummer 499, is Café De Ziel gevestigd, in een uitnodigend hoekpand met grote ramen en veel licht. Femke De Cnodder heeft er een gezellig huiskamercafé van gemaakt, met een beperkte maar aantrekkelijke kaart, een studentikoos bij elkaar gesprokkeld interieur en muziek uit de fifties op de achtergrond.
“Ik vind werken in de horeca heel fijn”, zegt Femke De Cnodder. “Met de mensen babbelen, hen in de watten leggen, het gezellig en huiselijk maken: dat is helemaal mijn ding. Café De Ziel is een leuke, gezellige bar waar je nieuwe en frisse producten kunt krijgen, zoals alternatieve limonades, nieuwe aperitiefjes of smakelijke tapas. Mijn café is er voor jong en oud, voor mensen van Merksem en voor mensen die elders wonen.”
Voor de derde smakelijke pop-upzaak trekken we naar de andere kant van de Bredabaan, waar Manou Binders op nummer 380 De Smosbar uitbaat. Merksemnaars kennen Manou al van De Smosbus, een mobiele broodjesbar waarmee ze elke week op de markt staat. “Met De Smosbar kan ik een uitgebreidere kaart aanbieden”, vertelt Manou Binders. “Naast de vertrouwde broodjes zijn er ook hamburgers met frietjes. Ook ijscoupes, warme wafels en koffie met taart staan op het menu.”
Manou vond haar inspiratie voor het opvallende interieur in de stijl die je aantreft in een oer-Amerikaanse diner. “We wilden iets speciaals doen en die retrolook spreekt me aan. Ik heb ook iets met Amerikaanse oldtimers. Vandaar de frontpartij van de Chevrolet Impala die we in het interieur hebben verwerkt.” De liefde voor Amerikaanse auto’s vind je ook terug op de kaart van De Smosbar, waar de hamburgers namen hebben meegekregen als Cadillac, Corvette, Mustang en Dodge.
Wat trok deze ondernemers aan in de Bredabaan? Wendy De Cuyper en Erik Poortmans geloven in het potentieel van deze buurt. “We hebben een rotsvast geloof in Merksem als groeipool”, zegt Erik Poortmans. “Merksem is heel bereikbaar en de woningen zijn nog betaalbaar voor jonge gezinnen. Met Den 2170 hebben we zowel voor oudere Merksemnaars als voor nieuwe, jonge bewoners iets moois te bieden.”
Een gelijkaardig geluid hoor je bij Manou Binders. “Ik ben geboren en getogen in Merksem. Wij hebben de goede jaren van de Bredabaan nog gekend en vonden het jammer dat de straat achteruit blijft gaan. We willen dat de Bredabaan weer kan heropleven, want dat is wat de Merksemnaren graag willen. Met De Smosbar willen we daaraan meewerken.”
Als je met een zaak begint, komt daar heel wat bij kijken. Bij een pop-upzaak is dat niet anders. Wie eraan begint, weet dat het hard werken wordt en dat niet alles van een leien dakje zal lopen. “Het pand verkeerde in een nog slechtere staat dan we hadden verwacht,” zegt Erik Poortmans. “Alle werken moesten hier nog gedaan worden: loodgieterij, elektriciteit, de keuken installeren, de toiletten plaatsen. Al bij al hebben we nog veel geld geïnvesteerd, omdat we vanaf het begin de ambitie hadden om te blijven.”
Ook Femke De Cnodder begon eraan met frisse moed. “De stad Antwerpen heeft een nieuw plafond aangebracht. Andere ingrepen moet ik zelf bekostigen, maar grote investeringen kan ik voorlopig niet doen. Daarom behelp ik me met mijn gebruikte meubelen en maak ik het met beperkte middelen zo gezellig mogelijk.”
Minder vlot gaat het met het onvermijdelijke papierwerk. “Het duurt zes weken voor je horecavergunning wordt afgeleverd”, zegt Femke De Cnodder. “Ik kan mijn aanvraag wel voorleggen, maar een vergunning heb ik nog altijd niet. De behandeling van een aanvraag voor een terras duurt twee en een halve maand, terwijl het pop-upproject maar drie maanden loopt. Als je vergunningen eindelijk rond zijn, is die periode al voorbij.”
Manou Binders moest een huzarenstukje uithalen om haar zaak tijdig klaar te krijgen. “We hebben pas drie weken voor de opening groen licht gekregen. In die drie weken moesten we alles in orde maken. Dat was zenuwslopend. Alles moest nog gebeuren: vergunningen aanvragen, alle papieren in orde brengen, de verwarming installeren, de zaak inrichten en schilderen, de menu’s samenstellen, leveranciers zoeken en personeel aannemen. Intussen zorgde de stad Antwerpen voor de toiletten en de scheidingsmuur.”
De pop-upondernemers zijn nu vier weken aan de slag op de Bredabaan. Hoe loopt het? “Ons cliënteel groeit gestaag”, zegt Erik Poortmans. “We moeten het vooral hebben van mondelinge reclame. Mensen komen een kijkje nemen omdat ze van onze zaak hebben gehoord. Ik denk dat we stilaan de harten van de Merksemnaars aan het winnen zijn. We zien ook veel mensen terugkomen. Dat is een goed teken.”
Femke De Cnodder had gehoopt dat haar huiskamercafé sneller zou aanslaan. “De mensen staan vaak aan het raam te kijken, maar lopen meestal door. Kennelijk is er veel drempelvrees. Gelukkig komen de mensen die toch binnenstappen later terug.” Manou Binders is blij met de klanten die ze al heeft, maar rekent nog op groei. “Dat is nodig, omdat ik ook met personeel werk.”
Wie onderneemt, maakt plannen voor de toekomst. Wat willen de horeca-ondernemers met hun zaak bereiken? “Als het aanslaat, gaan we zeker door”, zegt Wendy De Cuyper. “Maar we willen ons cliënteel nog zien groeien. Nu heb ik nog een deeltijdse job in een opvoedingswinkel. Het zou fantastisch zijn als ik voltijds hier zou kunnen werken.”
Femke De Cnodder hoopt dat de Merksemnaren hun drempelvrees overwinnen. “Als het lukt, zal ik flink moeten investeren in het pand. In ruil daarvoor hoop ik dat ik met de eigenaar een redelijke huurprijs kan afspreken.” Manou Binders rekent op het positieve effect van mondelinge reclame. “Als we kunnen blijven, wil ik de zaak uitbreiden met een speelplaats en ruimte voor vergaderingen, feesten of zakenlunches. Vroeger was Cinema Astoria hier gevestigd. De oude cinemazaal biedt nog heel veel ruimte.”