Foto: RR
Vandaag om 02:00 door Kristof Van Rompaey
Bekaert begon zijn muzikale studies aan de academie in Izegem, waarna hij voortstudeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel en er een eerste prijs zang behaalde. Zijn talent bracht hem vervolgens bij het Vlaams Radio Koor. Nadien werd hij een vaste waarde bij de Koninklijke Vlaamse Opera.
De operazanger grifte zich in het geheugen van menig toeschouwer met belangrijke rollen in grote werken waaronder zijn vertolking van Gurnemanz in de opera Parsifal van Richard Wagner. In 1972 mocht hij de gegeerde Octavie Belloy-prijs in ontvangst nemen. De familie plant in de nabije toekomst een samenzijn om Herman Bekaert en zijn muzikale nalatenschap te herdenken.
Zoon Carl Bekaert schreef ter nagedachtenis van zijn vader onderstaand 'Soldatenlied' uit:
“Soldatenlied” (C. Bekaert)
Wij waren de vier soldaten en wij gingen naar de opera Waar we door de grootste moustache in de foyer getrakteerd werden op warme chocomelk of mokka-ijs met crème frêche in zilveren bekertjes Wij waren de vier soldaten en wij gingen naar de opera Trots uit gewoonte op de staande ovatie wanneer pappie na de voorstelling de foyer binnenkwam en al die loftuitingen weglachte met een grappend zegegebaar. Het applaus dat ook voor ons bedoeld was Want wij waren altijd “stil geweest” omdat pappie moest studeren En wij hadden ook nooit “stof gemaakt” vanwege zijn astma die talloze puffertjes later bakkerslong leek te zijn van toen hij nog in de patisserie werkte, tot hij zijn eerste prijs haalde aan het conservatorium en daarna schijnbaar moeiteloos van de BRT naar de KVO pufte. Wij waren de vier soldaten en wij gingen naar de opera Trots uit gewoonte op de grote rollen “Der RosenKavalier” “Prins Igor” “Die Meistersinger von Nürnberg” “Parsifal” “il Barbieri di Seviglia” “Wozzeck” Pappie was zelf ook soldaat geweest Eerste officier aan het kanon waar hij een 180° beval maar vergat de snelheid te bepalen. Een servo die hem bijna het hoofd koste. Soldatenverhalen. Heroïsch. Net zoals “de Gurnemanz” die hij na slechts één week voorbereiding vanuit de orkestbak door de zaal deed galmen omdat Louis Hendrickx met zijn keelontsteking nog enkel kon lippen. De “Titurel” weerklonk die avond noodgedwongen ook uit de orkestbak. Parsifal haalde toen alle kranten Het jaar daarop was pappie “de Gurnemanz.” Voor uitzonderlijke verdienste mocht hij daarna de Octavie Belloy-prijs in ontvangst nemen en als toemaatje zijn droomrol spelen: Boris Godounov. De anderen in het Vlaams, hij voor de gelegenheid in het Russisch: een droomrol moest perfect zijn Wij waren de vier soldaten en wij gingen naar de opera Trots uit gewoonte Waar we getrakteerd werden op warme chocomelk en mokka-ijs met crème frêche uit zilveren bekertjes Waar niet de grootste moustache voor betaalde maar wel ons mammie Die ook voor de staande ovatie betaalde tot ze zelf soldaat werd en als eerste officier aan het kanon een 180° beval maar da’s een ander soldatenverhaal Even heroïsch…
Op het einde vielen de verhalen uit elkaar in losse puzzeltjes, elk nog herkenbaar voor hun deel in het geheel, maar totaal onsamenhangend. Weg was de continuïteit tot er ergens een aria weerklonk die hij ooit zelf gezongen had en dan sloot mijn vader diep fronsend de ogen en begon hij heel subtiel dirigerend de woorden mee te lippen, ronde kusmond, zoals het hoorde. De muziek die hij met bijna militaire discipline voor zichzelf onvergetelijk had gemaakt zoals hij ze ook onvergetelijk had gemaakt voor anderen.
Met de medewerking van