Vandaag om 10:48 | Bron: BELGA
Op het proces over de aanslag op het Joods Museum krijgen de advocaten en de juryleden dinsdag de kans om vragen te stellen aan de speurders. De advocaten van de burgerlijke partijen hebben niet zoveel vragen, zei advocaat Adrien Masset voor aanvang van de zitting. “De bewijzen zijn verpletterend.”
Masset, die het Joods Museum vertegenwoordigt, meent dat de juryleden genoeg gehoord hebben om de beschuldigden te veroordelen. Guillaume Lys, de advocaat van een Franse slachtoffervereniging, zit op dezelfde lijn: “Het is duidelijk. De speurders hebben uitzonderlijk werk geleverd. De elementen zijn overtuigend en het zijn wetenschappelijke analyses”.
Masset denkt niet dat de verdediging nog twijfel kan zaaien. “Ik kan mij niet in de hoofden van de juryleden verplaatsen, maar persoonlijk zie ik geen samenhang in wat de verdediging naar voren schuift. In een onderzoek van 4 à 5 jaar kan er natuurlijk kritiek komen over een kleinigheid, iets dat beter had kunnen gebeuren. Maar dat is niet de essentie: men moet het dossier in zijn geheel bekijken. En dan is het volledig consistent.”
De verdediging zal wellicht wel heel wat vragen stellen aan de speurders. “We moeten kritisch naar het onderzoek kijken en vragen stellen over zaken die ze niet gedaan hebben, of pistes die niet volledig zijn onderzocht”, zegt Gilles Vanderbeck, de advocaat van Nacer Bendrer. Die wordt ervan beschuldigd de wapens geleverd te hebben voor de aanslag.
De advocaten van Bendrer willen de jury voorts duidelijk maken dat er een verschil is tussen hun cliënt en hoofdbeschuldigde Mehdi Nemmouche, die ervan beschuldigd wordt de aanslag te hebben gepleegd. “Op dit moment stelt men meneer Bendrer gelijk aan meneer Nemmouche. Dat is niet het geval. De vragen die we hebben, moeten aantonen dat Nemmouche en Bendrer niet dezelfde persoon zijn.”
Met de medewerking van