V. werkte als poetsvrouw bij een gezin in de Hamerstraat in Mechelen. Toen ze alleen in de woning was, maakte ze van de gelegenheid gebruik om wat elektronica te stelen. Nadien stak ze het huis in brand, vluchtte naar buiten en wachtte in haar wagen tot ze zag dat het vuur door een voorbijganger was opgemerkt en de brandweer gealarmeerd werd.

Heel snel werd ook duidelijk dat er kwaad opzet in het spel was, want ook een televisietoestel was beschadigd en enkele schuiven stonden open. Pas vijf maanden na de brandstichting werd Martine V. opgepakt. Ze gaf de feiten toe. Haar advocate zei dat haar cliënte in een depressie was terechtgekomen na de dood van haar vader en de hartproblemen van haar echtgenoot. Ze nam destijds ook hoge dosissen kalmeringspillen in. V. zelf zei dat ze schrok van de snelheid waarmee de vlammen uitbreiding namen en had het over een kronkel die die dag in haar hoofd zat.

De schade aan de woning was groot. Het duurde zeven maanden vooraleer de bewoners konden terugkeren naar hun huis. Een deskundige moet nu bepalen hoe groot de schade precies was.

Martine V. moet zich wel laten behandelen voor haar persoonlijke problemen.

Jobat

Made in Mechelen

Vastgoed

Auto's in de kijker